Hans Stikkers - mei 2016

Hans Stikkers (1956).

Het wonder van de schilderkunst begint bij de eerste lijn die de kunstenaar op doek, paneel of papier zet; de waardering is aan de beschouwer  en hangt nauw samen met zijn interpretatie. Bovendien is de periode, waarin de kunstenaar werkzaam is, bepalend (al of niet bewust) voor zijn voor zijn vormgeving, voorstelling en kleur. Zo is dan ook bij het beschouwen van de schilderwerken door Hans Stikkers een grote verscheidenheid te herkennen in zijn verschillende periodes.

Gedurende Hans buitengewoon actieve leven waarvan het eerste deel zich afspeelt in het Gooi en Wenen en het tweede aan de kust en in de wereld heeft hij zich laten leiden door opvattingen van Socrates omtrent kunst en schoonheid.  

Door zijn verschillende reizen en werkzaamheden over de gehele wereld, wilde Hans Stikkers zijn bewondering en verwondering over de schoonheid en de diverse kleuren van deze wereld in verf laten zien aan zijn vrienden en vooral zijn kinderen.  De “wereld in verf” is daarvan een afspiegeling.

Reeds vroeg, tijdens zijn studententijd in Wenen, aangestoken door de kleuren van Klimt en Schiele, begon Hans Stikkers te schilderen. Reeds in zijn jeugd tekende hij schetsboeken vol of boetseerde hij de vreemdste voorwerpen, zodat de producten van deze speelse bezigheden zijn kamer clownesk bewoonden.  “De wereld lag voor mij open….”, een uiting die tijdens zijn vele reizen en  werkzaamheden in het buitenland omgezet werd in verf.

Geen onveranderlijke dogma’s belemmerden zijn onbevangenheid, vrijwel iedere formule om te schilderen was en is hem vreemd. Mooie voorbeelden hiervan zijn  de Totempaal uit Afrika (1968) en Suriname United uit (2012). Zijn betrokkenheid om het hedendaagse politieke wereld om te zetten in verf, blijkt ook uit de twee werken omtrent de bootvluchtelingen (2015), waarin de gruwelijkheid van de opeengepakte vluchtelingen met de dood bedreigd en van de navelstreng van het moederland afgesneden tot uitdrukking komt.